Advieslijst Bestrijdingsmiddelen
Vaste planten en struiken voor de natte grond
Verboden en ongewenste planten
Documenten Tuinieren
- Een checklist Natuurvriendelijk Tuinieren
- Een lijst met Insectenplanten voor de natuurvriendelijke tuin
- Een lijst met vogelbomen en -struiken
Advieslijst Bestrijdingsmiddelen
De Advieslijst van het Nationaal Keurmerk Natuurlijk Tuinieren is recentelijk aangepast voor wat betreft de bestrijdingsmiddelen. Aanpassingen vinden wel vaker plaats, u vindt op www.avvn.nl altijd de laatste versie.
Zo hebben we bij de niet door het CTGB geregistreerde producten een aantal van de meest voorkomende middelen en hun toepassingen gezet.
We hebben het advies toegevoegd om bij voorkeur geen middelen zonder N-nummer aan te bieden waarvan de ingrediënten niet op het etiket staan.
De Mierenlokdoos met Spinosad is vanaf heden naast Ultima ook een middel van Ecostyle dat niet meer aangeboden mag worden.
Bij de producten mét een toelatingsnummer van de CTGB vervalt minerale oliën (is wettelijk niet meer toegestaan voor particulieren) en is toegevoegd octaanzuur, ijzerfosfaat en kiezelgoer. Bij zwavel is opgemerkt dat het alleen bedoeld is voor schimmelbestrijding in de kas.
Bodempeil Eigen Hof
Over het bodempeil van Eigen Hof onze de lage landen*
Dat begint dan natuurlijk bij het lokale landschap en het ontstaan daarvan. Waarbij oudere plaatsnamen hier vaak veel over zeggen. Met name over het oorspronkelijke bos- en veenrijke landschap.
Afgaande op de historie van Eigen Hof en onze eigen waarnemingen (zwarte aarde van plantenresten), hebben we hier ter plaatse dus laagveen met hoge grondwaterstand. Waarbij de kwaliteit van die bodem en dat water uiteraard ook van belang is, maar dat terzijde.
Nu zijn er bij het in cultuur brengen van dit soort klei- en veengronden door de mens in het verleden, te beginnen met ontbossing, activiteiten ontplooid, waarvan de sluipende gevaren pas later werden ingezien en die geleid hebben tot onze huidige situatie, waarin het voorkomen en beperken van maaivelddaling een belangrijk aspect bij de waterbeheersing is geworden. Te weten :
- het afgraven van het veen om brandstof (moerneren) of zout (selneren) te verkrijgen.
- het ontwateren door het verlagen van het waterpeil door bemaling van aangelegde polders.
Bij daling van veen dat zich boven de grondwaterstand bevindt worden 4 processen onderscheiden :
- zakking onder invloed van het eigen gewicht: de zgn. klink.
- volumeafname als gevolg van indroging onder invloed van de (zomer) zon: de zgn. krimp.
- onherstelbare samendrukking als gevolg van belasting met gewicht; de zgn. zetting.
- omzetting door micro-organismen na een peilverlaging waarbij ook broeikasgassen vrijkomen: de zgn. oxidatie.
Door latere grootschalige industriële ontwikkelingen, wat ook leidde tot intensieve landbouw, is het overigens allemaal nog veel harder gegaan in de polders. Immers; hoe sneller en gemakkelijker je maalt, des te harder je daalt; wat in combinatie met de invloeden van die diezelfde industrie en zijn producten op ons milieu en klimaat heeft, inmiddels ook nog leidt tot extremer weer en zeespiegelstijging. Mede daardoor komen we meer en meer tot het inzicht dat het hier niet zozeer gaat om de strijd tegen het water, maar om de strijd oftewel de zorg vóór het land; en wel op een wijze die daar ter plaatse bij past!
Welnu, dat verklaart goed waarom we ons op Eigen Hof gelukkig mogen prijzen met onze oorspronkelijke veenbodem, waarop het goed vertoeven is en juist ook blijft, als ervoor gekozen wordt om het waterpeil behoorlijk hoog te houden, de bestrating e.d. te beperken, voldoende gezonde bomen te hebben, de bodem groen te houden, groenafval op de tuin te verwerken; oftewel natuurlijk te tuinieren.
Naarmate daar we daar beter in slagen, waarbij oplettendheid en het nodige voorstellingsvermogen helpt, zal de kracht van het groen, boven en ónder het maaiveld beter kunnen worden benut, met als extra beloning dat het belastende aanvoeren van aarde voor ophoging nauwelijks nodig zal blijken te zijn. Bovendien bewijzen we daarmee de gemeenschap die ons omringd door ons geweldige groen ongetwijfeld de best denkbare dienst in deze tijd nietwaar? Iets wat allemaal zo tussen de regels door ook te beluisteren valt bij ervaren mensen in het groen hier in den lande als je die spreekt.
En dan zal in de toekomst , net als bij het in de 15e eeuw verdronken land van Saeftinge, eerder bodemstijging te verwachten zijn dan -daling en zal de strijd voor het land niet zo verloren worden als b.v. eens op Schokland het geval was!
*geraadpleegde bronnen o.a. : RWS, Het Water de Baas/van Rijn en Polderman, Oorlogsjaren in Nieuw-West / Pim Ligtvoet en het landschap N-H. (art. Snoeischaar 2018)
Bodemdaling door afgraven en bemaling bij Waverhoek.
Afgraven van veen in de oorlog bij het Ruimtevaartlab.
Bodempeil bij nieuwe knooppunt Badhoevedorp.
EH-bomen die hemel en aarde gezond houden in Holland.
Snoeien
SNOEIEN op EIGEN HOF
Snoeien is altijd goed wanneer er beschadige of dode takken zijn, of takken die langs elkaar schuren. Daarnaast is het, als je wilt gaan snoeien, belangrijk je af te vragen waarom: wil je groei stimuleren, wil je een bepaalde vorm maken of behouden, wil je veel vruchten, of wil je de boom of struik juist in groei afremmen? Een belangrijke eye-opener daarbij is het verschil tussen snoeien in het voorjaar en in het najaar. In het najaar is de plant in rust, dus als je dan snoeit rem je de groei af. Bij snoei in het voorjaar, als de plant vol nieuwe energie zit, stimuleer je juist de vorming van nieuwe takken/scheuten - snoeien doet dan groeien. Ook een interessant weetje: in plaats van het snoeien van de plant zelf kan je groei ook afremmen door de wortels door te steken, rondom de plant. Dit is ook verstandig als je een struik wilt verplaatsen - maar dan moet er wel een flink aantal maanden zitten tussen de wortelsnoei en het verplanten. Je kunt bv in de zomer de wortels doorsteken en dan het volgende voorjaar de boom of plant op een andere plek zetten. Doe dit niet later dan eind maart.
INLEIDING : HET WAAROM VAN HET SNOEIEN
DE NATUUR SNOEIT ZICHZELF: ‘Snoei’ vindt plaats als natuurlijk proces door harde wind, zoute zeewind, bliksem, vorst en gebrek aan licht (bos).
SNOEIEN = het wegnemen van een stuk van de plant om deze er toe te brengen te groeien, bloeien en vrucht te dragen op de wijze die je wenst, rekening houdend met de natuurlijke eigenschappen en mogelijkheden van de plant
Je kunt weinig of veel snoeien: een uitgebloeide bloem of dikke boomtak weghalen
5 K’s : KENNIS - KIJKEN - KIEZEN - KNIPPEN - KOMPOST
WAAROM SNOEIEN:
- ziek / dood / beschadigd hout verwijderen
- veiligheid en gezondheid
- om de gewenste vorm krijgen : praktisch, mooi, oogst
- om groei en bloei te stimuleren of juist te remmen
VOORKOM SCHADE door afknellende bindsels en boombanden of kruisende takken. Dit maakt het gewas zwakker en belemmert de sapstroom vlak achter de bast.
PADDENSTOELEN zijn opruimers van dood hout. Laat ze staan en hun werk doen.
START MET DE JUISTE PLANT OP DE JUISTE PLAATS!
Als je teveel moet snoeien staat de verkeerde plant op de verkeerde plaats. Kijk naar de habitus = volwassen vorm van de plant: zo wil de plant uiteindelijk worden! Bedenk ook welke FUNCTIE een gewas heeft. Een grove laurierkers is niet geschikt als kleinere haag, buxus wel. Houd hagen liefst jong en smal.
SNOEI MEE MET DE SEIZOENEN
Snoei in het voorjaar geeft enorme groei. Daarom snoei je scheutbloeiers (roos, vlinderstruik) in de lente. Snoei na de langste dag geeft weinig hergroei, daarom snoei je fruitbomen in het najaar.
Snoei bij (fruit)bomen maximaal 1/3e deel per jaar uit de kroon om teveel aan hergroei en waterlot te voorkomen. Zo blijft de boom onder en boven in evenwicht. Eventueel kun je wortelsnoei toepassen: met een spade wortels aan de oppervlakte doorsteken.
Snoei dikke takken in gedeeltes ivm je eigen veiligheid en om uitscheuren te voorkomen. De ‘takkensnor’ hoort bij de stam, dus snoei de tak niet te diep weg.
Maak gladde snoeiwonden, afwaterend, boven een knop die de gewenste groeirichting op gaat. Waar je snoeit bepaalt de nieuwe groeirichting, want de grootste groeikracht zit in de top van de plant. De plant dicht zijn snoeiwonden zelf. Wondpasta is overbodig.
FRUITSNOEI
Fruit dat draagt op het oude hout (appel, peer, pruim, aalbes, kruisbes, kers): (verticaal) groei-hout inkorten om (horizontaal) bloeihout (= kortlot of spore) te bevorderen - snoei na de langste dag en voor nieuwjaar.
Veel oude sporen = sporen dunnen. Fruit heeft ruimte nodig om gezond te worden!
Fruit dat draagt op jong hout (zwarte bes, framboos, braam, wijnbes): snoei na de oogst de (vertakte) takken weg die vrucht gedragen hebben, zodat nieuwe takken ruimte krijgen.
Als nodig vruchtdunning toepassen. Snoei de pruim bij droog weer in augustus ivm loodglans. Snoei uitlopers van een wilde onderstam bij roos of kronkelhazelaar of worteluitlopers van sering en fluweelboom, of waterlot in een fruitboom alleen na de langste dag om hergroei te voorkomen.
Leibomen, druif en blauwe regen geven veel snoeiwerk. Bezint eer ge begint.
BLOEDENDE SOORTEN :
alleen snoeien na de langste dag en voor oud & nieuw:
Acer = esdoorn Betulus = berk Vitis = druif
Actinidia = kiwi Aesculus = paardenkastanje Carpinus = haagbeuk
Juglans = walnoot
SIERHEESTERS:
Scheutbloeiers mag je kortsnoeien tussen half maart t/m april =
rozen - Hydrangea Annabel - buddleja - halfheesters en kruiden,
pluimhortensia - potentilla – hertshooi Lentebloeiers snoei je na de bloei =
forsythia, kerria, prunus triloba, sering, (winter)jasmijn
VASTE PLANTEN BORDER: dode stengels en siergrassen pas kortknippen in de lente omdat ze een mooi winterbeeld geven en bescherming bieden aan lieveheersbeestjes etc.
GEREEDSCHAP: Kies gereedschap dat past bij de zwaarte van het werk. Zorg dat je gereedschap schoon, scherp en zichtbaar is (oranje of rood). NB er is ook linkshandig gereedschap! Veiligheid voorop!
RECYCLE: verwerk snoeihout in de tuin als takkenwal, vlechtwerk, snipperpad, beestjeshotel, hekje, speelstronk, takken als afgrenzing van border of vijver, rijshout of haardhout, etc.
Vaste planten en struiken voor de natte grond
Zoals alle tuinders op Eigen Hof weten staat het grondwaterpeil op Eigen Hof hoog, vooral in de winter. In plaats van allerlei kunstgrepen toe te passen (drainage, grondverbetering) is het ook mogelijk om planten en struiken toe te passen die geen moeite hebben met die natte en wat zure veengrond. Hieronder een opsomming van geschikte planten, aanvullingen zijn van harte welkom!
Vaste planten en struiken voor de natte grond
Zilverkaars (Actaea)
Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
Vrouwenmantel (Alchemilla)
Aster (diverse soorten)
Geitenbaard (Aruncus)
Tongvaren (Asplenium scolopendrium)
Astilbe soorten
Tafelblad (Astilboides)
Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina)
Kaukasische vergeet-mij-nietje (Brunnera)
Campanula soorten
Corydalis solida (Vogeltje op de kruk, Vingerhelmbloem)
Schildblad (Darmera peltata)
Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas)
Elfenbloem (Epimedium)
Koninginnekruid (Eupatorium)
Moeraswolfsmelk (Euphorbia palustris)
Moerasspirea (Filipendula rubra en F. purpurea)
Nagelkruid (Geum)
Reuzenrabarber (Gunnera)
Wilgbladige zonnebloem (Helianthus salicifolius)
Daglelie (Hemerocallis)
Hartlelie (Hosta)
Houttuynia cordata
Lis/iris (Iris ensata, I. sibirica, I. pseudacorus)
Zomerklokje (Leucojum aestivum)
Ligularia-soorten
Prachtlobelia (Lobelia cardinalis en L. fulgens)
Moerasaronskelk (Lysichiton)
Puntwederik (Lysimachia punctata)
Penningkruid (Lysimachia nummularia)
Kattenstaart (Lythrum salicaria)
Struisvaren (Matteucia struthiopteris)
Maskerbloem (Mimulus)
Monarda
Moerasvergeet-mij-nietje (Myosotis palustris)
Koningsvaren (Osmunda regalis)
Duizendknoop (Persicaria, niet woekerende typen als amplexicaulis, affinis)
Primula
Sierrabarber (Rheum palmatum)
Schout-bij-nacht (Rodgersia)
Poelruit (Thalictrum flavum)
Eendagsbloem (Tradescantia)
Langbladige ereprijs (Veronica longifolia)
Maagdenpalm (Vinca)
Callalelie (Zantedeschia aethiopica)
Struiken / kleine bomen voor de natte grond
Japanse esdoorn (Acer palmatum)
Els (Alnus)
Krentenboompje (Amelanchier)
Appelbes (Aronia arbutifolia)
Azalea
Kogelbloem (Cepahlanthus occidentalis)
Schijnels (Clethra alnifolilia)
Kornoelje (Cornus, alle soorten)
Kardinaalsmuts (Euyonimus)
Fothergilla major
Sporkehout / vuilboom (Frangula alnus / Rhamnus frangula)
Hulst (Ilex)
Sneeuwklokjesboom (Halesia carolina)
Hortensia (Hydrangea)
Beverboom (Magnolia)
Gagel (Myrica gale)
Blaasspirea (Physocarpus)
Pieris
Sleedoorn (Prunus spinosa)
Rhododendron
Wilg (Salix, kleinblijvende soorten)
Vlier (Sambucus)
Sneeuwbes (Symphoricarpos)
Lijsterbes (Sorbus)
Gelderse roos (Viburnum opulus)
Woekeraars 1
Woekerende planten moet je in de gaten houden, zeker als ze je buren lastig gaan vallen. Sommige van deze woekeraars moet je echt uitroeien, want anders is er geen houden meer aan. Een van de beruchtste onder de woekeraars is de Japanse Duizendknoop, waartegen internationaal en intercontinentaal actie ondernomen wordt. Men noemt dit soort planten 'invasieve exoten'. Ze hebben geen of nauwelijks vijanden en bedreigen alle andere vegetatie: waar deze exoot vaste grond onder de voeten krijgt, groeit niets anders meer. De dikke wortels van deze plant vinden hun weg door kademuren en funderingen en ontzetten deze.
Omdat de plant zo mooi is - mooi blad en een prachtige bloeiwijze- laat men hem vaak in de tuin staan. Maar o wee, pas op, want voor je het weet krijg je hem niet meer weg. De Nieuwe Meer staat er vol mee, maar je vindt de plant ook langs de kanalen in Londen en de Mississippi in de VS en....in ons eigen tuinpark Eigen Hof. Er zijn al jarenlang studies gedaan hoe deze plant in omvangrijke gebieden het meest effectief te bestrijden is, maar een eenduidig antwoord is nog niet gevonden.
Als de plant zich nog niet zo erg verspreid heeft, kun je hem het best bestrijden door steeds maar weer een nieuwe loot eruit te trekken, zodra die zijn kopje boven het maaiveld uitsteekt. Dan weet je ook waar de wortel zich bevindt die zich een weg baant door je tuin. Het uitgraven van de oranjekleurige wortel, die soms de grootte van een voetbal heeft, kan helpen het hardnekkige groeisel na een jaar of drie definitief de nek om te draaien. Het vereist dus enig doorzettingsvermogen.
Wij geven hieronder alvast een link naar de Wikipedia-site hierover en komen binnenkort met goede foto's van verschillende stadia van de groeiende plant terug.
Hoewel de angst voor invasieve exoten bij sommigen tuinders diepgeworteld is, zijn niet alle woekeraars uit het buitenland afkostig. Inheemse planten kunnen ook behoorlijk woekeren, zoals het door bijna iedereen verafschuwde zevenblad en ook het o zo mooie, groot hoefblad (pas bij verwijdering op voor brandwonden!) en de roze bloeiende springbalsemien.
Maar ja, wat is woekeren? En wat is onkruid? In de heemtuin en langs de singels worden veel inheemse woekeraars in zekere zin gekoesterd en niet beschouwd als onkruid. Ze mogen gecontroleerd woekeren, d.w.z. dat ze nu en dan radicaal verwijderd worden.
Heeft u woekeraars in de tuin? Vraag advies aan de tuincommissie of en zo ja hoe u ze het beste op een natuurlijke wijze, dus zonder bestrijdingsmiddelen, kunt verwijderen.
Meer informatie over de uitgangspunten van algemeen groen vindt u in het inrichtings- en beheerplan, te vinden onder de tab Eigen Hof.
Woekeraars 2
Woekerende planten moet je in de gaten houden, zeker als ze je buren lastig gaan vallen. Sommige van deze woekeraars moet je echt uitroeien, want anders is er geen houden meer aan. Een van de beruchtste onder de woekeraars is de Japanse Duizendknoop, waartegen internationaal en intercontinentaal actie ondernomen wordt. De dikke wortels van deze plant vinden hun weg door kademuren en funderingen en ontzetten deze. Omdat de plant zo mooi is - mooi blad en een prachtige bloeiwijze- laat men hem vaak in de tuin staan. Maar o wee, pas op, want voor je het weet krijg je hem niet meer weg. De Nieuwe Meer staat er vol mee, maar je vindt de plant ook langs de kanalen in Londen en de Mississippi in de VS en....in ons eigen tuinpark Eigen Hof. Er zijn al jarenlang studies gedaan hoe deze plant in omvangrijke gebieden het meest effectief te bestrijden is, wat natuurlijk al heel wat kennis opgeleverd heeft.
Inmiddels is de gemeente Amsterdam vanaf 2018 net als Eigen Hof begonnen met het actief bestrijden van deze plant. Via de volgende link is daarover dan ook veel informatie te vinden, inclusief de verschillende groeistadia van de plant, die ons hierbij kan helpen:
https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/japanse-duizendknoop/
Als de plant zich nog niet zo erg verspreid heeft, kun je hem het beste bestrijden door steeds maar weer een nieuwe loot eruit te trekken, zodra die zijn kopje boven het maaiveld uitsteekt. Dan weet je ook waar de wortel zich bevindt die zich een weg baant door je tuin. Het uitgraven van de oranjekleurige wortel, die soms de grootte van een voetbal heeft, kan helpen het hardnekkige groeisel na een jaar of drie definitief de nek om te draaien. Het vereist dus enig doorzettingsvermogen. Aanvullend ook nog een link naar de Wikipedia-site hierover.
Men noemt dit soort planten, maar ook dieren 'invasieve exoten': deze hebben geen of nauwelijks natuurlijke vijanden en kunnen daardoor een zeker natuurlijk evenwicht ernstig gaan verstoren (bio-diversiteit/voedselpiramide). Immers, waar een exoot als plant vaste grond onder de voeten krijgt, kan moeilijk nog iets anders groeien. Een onderwerp dus waar nog wel wat meer aandacht aan gegeven kan worden.
Voor wie hier meer van invasieve exoten wil weten die door menselijk handelen op allerlei manieren hier zijn beland: er wordt een week van de Invasieve exoten georganiseerd; zie www.wvdie.nl alwaar ook een activiteit aangemeld kan worden. En nieuws is te vinden op Twitter.com/InvasieveExoten of Facebook.com/PlatformStopInvasieveExoten/
Hoewel de angst voor invasieve exoten bij sommigen tuinders diepgeworteld is, zijn niet alle woekeraars uit het verre buitenland afkomstig. Want ook inmiddels als inheems beschouwde planten kunnen behoorlijk woekeren, zoals het door velen verafschuwde Zevenblad (dat wel eetbaar is) maar ook de o zo mooie, grote Berenklauw (pas bij verwijdering op voor brandwonden!), de grote Bamboe, de grote Waternavel en de roze bloeiende grote Springbalsemien. Soms helpt het ze in een kuip te zetten.
Maar ja, wat is woekeren? En wat is onkruid? Een tuin is immers per definitie toch een soort getemde wildernis nietwaar? In de heemtuin en langs de singels worden zo veel inheemse woekeraars in zekere zin gekoesterd en niet beschouwd als onkruid. Ze mogen gecontroleerd woekeren, d.w.z. dat ze nu en dan radicaal verwijderd worden.
Heeft u woekeraars in de tuin? Vraag advies aan de tuincommissie of en zo ja hoe u ze het beste op een natuurlijke wijze, dus zonder bestrijdingsmiddelen, kunt verwijderen.
Meer informatie over de uitgangspunten van algemeen groen vindt u in het inrichtings- en beheerplan, te vinden onder de tab Eigen Hof.
Verboden en ongewenste planten
Een beperkt aantal planten is verboden op het tuinpark. Het gaat hier om zogenaamde ‘invasieve exoten’. Dit zijn planten afkomstig uit andere landen, die hier in Nederland woekeren en geen natuurlijke vijanden hebben. Doordat de plantsoort zich vrijelijk kan verspreiden, verdrukken zij de inheemse flora en aangeplante gecultiveerde tuinplanten.
Zie ook [tuin-6-3-m] letterlijk omtrent Japanse Duizendknoop en de Reuzen Berenklauw.
Japanse duizendknoop
Japanse duizendknoop – Fallopia japonica
De plant is ooit meegenomen uit Japan als sierlijke tuinplant. Is de plant eenmaal gevestigd, dan is hij zeer moeilijk weer weg te krijgen. Door zijn sterke groeikracht worden inheemse plantensoorten verdrongen. De sterke wortelstokken en stengels van de Japanse duizendknoop zijn in staat om schade te veroorzaken aan gebouwen, leidingen en wegen. Ook de gemeente Amsterdam is actief in het bestrijden van deze plant en roept Amsterdammers op mee te helpen op hun eigen tuin.
Zie ook artikel: Meld de Japanse duizendknoop van de Gemeente Amsterdam.
Aanplanten: verboden.
Bestrijding: wanneer de plant in je tuin is gevestigd, moet je deze bestrijden. Dit kan door het zo ver mogelijk uitgraven van de wortelstokken. Deze zul je echter nooit helemaal wegkrijgen. Bestrijding dient dan te gebeuren door wieden, wieden en nog eens wieden. Maak er een gewoonte van om bij ieder bezoek aan je tuin eerst een rondje langs de groeiplaatsen te lopen, en alle nieuw opkomende scheuten weg te trekken. Zo put je de wortels uit doordat er geen voeding komt van het blad. Dit kost echter meerdere jaren!
Afvoeren: Gooi de plantresten niet op de composthoop maar in een vuilniszak. De plantresten verteren onvoldoende op de composthoop waardoor je vervolgens middels het verwerken van je compost, de plant alleen nog maar verder verspreidt.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, verspreidt de plant zich niet door bloei! De bloei blijft onbevrucht. Bloeiende Japanse duizendknoop van je buren zal zich dus niet door zaad naar je tuin verspreiden. Maar wel door worteluitlopers.
Herkenning: De jonge uitlopers zijn vaak rood van kleur. De stengels hebben veel ‘knopen’ (zoals de terugkerende randen bij bamboestengels). Het blad is ovaal van vorm en loopt uit in een punt. De bladrand is glad. De bloei is wit.
Nu zijn er vele soorten duizendknopen. Twijfel je of je Japanse duizendknoop in je tuin hebt, vraag dan de tuincommissie om even te komen kijken.
Reuzenberenklauw
Reuzenberenklauw - Heracleum mantegazzianum
De plant is afkomstig uit Rusland en groeit in Nederland graag op ruige, braakliggende terreinen. De plant verspreidt zich snel. Aanraking van het blad met de huid kan flinke brandwonden veroorzaken! Draag dus altijd beschermende kleding bij het verwijderen van deze plant. De plant groeit op ons park helaas op verschillende plekken in de houtwallen langs de singel.
Aanplanten: verboden.
Bestrijding: Steek de plant 15-20 cm onder de grond af; dit is net onder het groeipunt (indien nodig enkele keren in het seizoen herhalen). Dit is de meest effectieve methode. Afknippen is ook een optie; dit moet meerdere keren (minimaal 5 keer) per groeiseizoen herhaald worden.
Afvoer: de plantresten mogen op de composthoop of worden afgevoerd met het groenafval.
Herkenning: Meest opvallend aan deze berenklauw is de grootte: planten kunnen 3-5 meter hoog worden. De stengels zijn 5-10 cm in doorsnede en purper gevlekt. De bladeren kunnen tot 3 meter lang worden met diepe veervormige insnijdingen. De eerste uitlopers van de reuzenberenklauw zijn soms lastig te onderscheiden van de inheemse berenklauw. De inheemse berenklauw geeft geen brandwonden dus kun je rustig laten staan. Deze berenklauw wordt minder groot en heeft meer gelobde bladeren in plaats van scherp ingesneden bladeren.
Bamboe
Bamboe – Phyllostachys varianten
Bamboe is niet verboden. Wel raadt de tuincommissie aan alleen Fargesia-cultivars aan te planten. Deze bamboesoort woekert minder sterk dan de Phyllostachys-varianten. Op meerdere tuinen staat bamboe dat, door perioden van weinig onderhoud door tuinders, enorm is gaan woekeren. Dan kom je terecht in een situatie waarbij het tij bijna niet meer te keren is. Bamboe wortelt diep, de wortels zijn enorm sterk, en kunnen uitlopers van meters lang maken.
Aanplant: aanplant van Phyllostachys wordt afgeraden. Toch graag bamboe? Kies voor de Fargesia-soorten.
Bestrijding: verspreiding naar de buren kun je tegengaan door een geul te graven langs de rand van de bamboe zodat de wortels niet richting de buren gaan. Ook kun je 50 cm hoge wortelbegrenzer ingraven. Dit is geen worteldoek (daar prikt bamboewortel rustig doorheen), maar harder materiaal.
Verwijderen van bamboe kan alleen door het diep uitgraven van de wortels. Dit is een hels karwei. Daar waar de wortelplak zo dicht is dat je dit niet handmatig uitgegraven krijgt, kun je de bamboe tot op de grond afknippen. Vervolgens is het weer: de aanhouder wint. Trek bij ieder bezoek aan je tuin verse uitlopers van de bamboe uit.
Afvoer: je kunt de afgeknipte bamboestokken laten drogen voor gebruik als plantensteun in eigen tuin. Bamboeresten vergaan heel langzaam. Gooi het niet op de composthoop maar voer het plantafval af.
NB als tuinder dien je ernstig woekerende planten zo te begrenzen dat zij geen overlast voor de buren bezorgen.
Veengrond
Ons tuinpark ligt op veengrond. In de praktijk hebben de meeste tuinen een toplaag van 20 tot 30 centimeter ‘gewone’ tuinaarde, met daaronder een ondergrond van veen.
Wat is veen?
Veen bestaat uit dood plantenmateriaal wat door een hoge waterstand niet verder vergaat. Veen heeft een hoge zuurtegraad en is zeer vruchtbaar. Wanneer je een gat graaft in je tuin, zie je op een gegeven moment dat de kleur verandert van donkerbruin/zwart naar een meer roodbruine kleur. Dit roodbruine deel is veen.
Inzakken grond
Veengrond is wat sompig en werkt als een matras. Als je in je tuin springt, voelt iemand anders dit die 2 meter verderop staat. Wanneer de waterstand wordt verlaagd, verteert het veen verder en zakt de grond dus in. Daarom is het verlagen van de waterstand geen goede oplossing voor natte tuinen op ons park. Oplossingen zijn:
- Zorgen dat het water weg kan lopen naar de sloot: door een geul te graven of door drainage aan te leggen.
- Ophogen van de tuin. Bij voorkeur natuurlijk met de eigen compost!
Pas de beplanting aan
Droogteminnende planten doen het niet goed op ons park. De wortels staan een te groot deel van het jaar in water en daardoor sterven droogteminnende planten af. Wil je toch per sé lavendel of een andere droogteliefhebber? Maak dan een verhoogde bak in je tuin. Ook kalkminnende planten zijn bij ons niet echt gelukkig. Nu scheelt het wel dat de meeste tuinen een toplaag van tuinaarde hebben waar de planten in wortelen.
Voordeel van veengrond is dat je bij langere droogteperioden niet hoeft te sproeien. Door de capillaire werking in de grond (water wat via kleine verticale gangetjes in de grond alsnog omhoog komt) komen planten alsnog aan hun water. Planten die het niet redden, zijn waarschijnlijk niet de juiste planten voor onze grond.
Een ander voordeel is de vruchtbaarheid van de grond. Bemesting is op ons tuinpark vrijwel niet nodig. Zeker niet als je in de herfst en winter bladafval laat liggen. Het leven in de grond verteert een groot deel van het bladafval tot verse voedingsrijke grond.
Oftewel: pas je tuin aan op de bodem.